Kasteelstraat 10
Ditmaal zijn we bij “De Paddenstoel” aan de Kasteelstraat 10. Deze T-vormige woning dateert uit het jaar 1648. De woning wordt gebouwd op palen, opgevuld met leem en stro. Het dak van het huis is een half pannen en half rieten dak. In die tijd zijn er nog geen straatnamen en staat de woning bekend als het huis “Onder d’n dikke bom”. Dit vanwege de grote boom die dicht bij het huis staat. Nadien wordt de straatnaam A2, Kerkstraat, Schoolstraat en tegenwoordig Kasteelstraat 10. De woning is, evenals enkele omliggende woningen in die tijd, eigendom van kasteel Huis Heijen, de familie Spaenrebock. De betreffende woningen worden door de kasteelheer in bruikleen gegeven aan het personeel. Zo ook eind 1700 aan Johannes Verhasselt en zijn echtgenote Maria Catharina Derix. In die tijd bestaat de woning nog alleen uit het voorhuis, hetgeen is opgedeeld in twee ruimtes, een om te slapen en een om te werken. In de werkruimte heeft Johannes een nagelsmederij. Dochter Petronella trouwt medio 1800 met Peter-Jan Broenen, geboren in Broekhuizenvorst en zij gaan inwonen aan de Kasteelstraat 10. Wanneer een aantal van de woningen van de kasteelheer in de openbare verkoop komt, wordt “Onder d’n dikke bom” verkocht aan de familie. Peter- Jan en Petronella krijgen zeven kinderen, vijf dochters en twee zonen. Zoon Jan-Hendrik, geboren in 1848 trouwt met de veel jongere Gertruda Arnold, geboren in 1895. Rond 1850 wordt het huis opgedeeld in drie vertrekken, een opkamer, een keuken en een kamer met bedstedes. Onder de opkamer bevindt zich de gewelfkelder, die nu nog in gebruik is. Nadien zetelen twee tot drie generaties Broenen, allen van beroep metselaar, met hun gezin in de woning. Opvallend is dat in de ongeveer 200 jaar dat het pand wordt bewoond door de families Broenen er steeds meerdere generaties bij elkaar in het huis wonen. Rond 1900 wonen Jan Hendrik Broenen en echtgenote Johanna Derks in het huis. Begin twintiger jaren wordt een nieuwe woonindeling gemaakt. Er wordt een achterhuis aangebouwd, met stal en hooizolder, waarmee de woning de vorm van een T-huis krijgt. Er komt een gang van voor tot achter in woning. In 1922 trouwt zoon Thei met Gertruda Giebels, eveneens uit Heijen. Zij gaan bij Jan Hendrik en Johanna inwonen. Thei is kantonnier in Bergen en heeft daarnaast een klein boerenbedrijfje, met wat koeien, varkens, kippen en een stuk landbouwgrond. Thei en Gertruda krijgen twee kinderen, dochter Dora geboren in 1922 en zoon Jan, geboren in 1928. Gertruda overlijdt in 1968 en haar echtgenoot Thei in 1979. In die tijd staat schuin tegenover de woning nog de voormalige Heijense kerk. Aan de voorkant van de woning wordt ter hoogte van de voordeur, een zogenaamd rustaltaar ingericht, waar de tijdens kerkprocessies wordt gestopt voor enkele gebeden. De kandelaars die beide zijden van het altaar tooien, zijn tot de dag van vandaag behouden gebleven. De oorlog komt ook “Onder d’n dikke bom”, niet geheel ongeschonden door. Een gedeelte van het dak wordt eraf geschoten en daarnaast is er schade door granaatinslagen. Toch blijft de schade beperkt vanwege de sterkte van de woning , aldus Jan in die tijd. Tijdens de oorlogsjaren is een aantal Duitse soldaten een periode ingekwartierd aan de Kasteelstraat 10. Een van deze soldaten, gefreiter Dieter Mueller-Dombois (1925) brengt in 2008 en 2011 een bezoek aan Heijen (zie ook Hèjs Nèjs van december 2011). Na de oorlog wordt de woning gerepareerd en ook gemoderniseerd. In de vijftiger jaren worden de slaapkamers gemaakt. Dora trouwt met Jan Sluiters en zij gaan in Gennep wonen. In 1953 trouwt Jan met Mien Guelen, geboren 1927, in Gennep en zij gaan inwonen bij Jan’s ouders aan de Kasteelstraat. De keuken, die dan midden in de woning ligt, wordt gezamenlijk gebruikt. Aan de andere zijde van de woning zijn de “beste” kamer en de slaapkamers. De opkamer en een van de twee slaapkamers worden het privé onderkomen van het jonge paar. Jan werkt dan nog als landarbeider in het bedrijf van zijn vader. Enkele jaren later bouwt Jan naast de woning een champignoncel, die begin jaren zestig wordt uitgebreid met een tweede cel. In de jaren zestig krijgt de woning eveneens centrale verwarming. Jan en Mien krijgen in 1955 een dochter, Marleen. In 2007 overlijdt Jan. Korte tijd later besluit Mien te verhuizen naar het bejaardenhuis in Gennep, waar zij in 2013 overlijdt. Marleen trouwt in 1976 met Bert Jacobs uit Gennep. Zij bouwen naast de ouderlijke woning een nieuw huis, Kasteelstraat 10a. Bert en Marleen krijgen twee kinderen, Geert Jan die geboren wordt in 1983 en Marie Sophie, geboren in 1987. In het jaar 2000 krijgt de familie bezoek van enkele nazaten Broenen (Robert en zoon Paul) van de familie uit Minnesota. De voorouders emigreerden rond 1820 naar de Verenigde Staten. Marleen en Bert nemen in 2007 Kasteelstraat 10 over. De woning wordt bijna geheel gestript en weer opgebouwd tot het mooie pand dat er nu staat. De vroegere stal wordt daarbij verbouwd tot woonkamer. De voordeur wordt noodgedwongen van de voorkant van de woning, verplaatst naar de linkerzijde van de woning. Om die reden komt de gang naar de voordeur die voorzien is van een mooi tegelmozaïek te vervallen. Tijdens de renovatie wordt een flinke granaat uit de Tweede Wereldoorlog in de grond gevonden, op de plek waar voorheen de open haard in het huis heeft gestaan. Deze granaat wordt bij de Oude Maas tot ontploffing gebracht. Ook komt onder het oude stucwerk het jaartal 1648 alsmede een aantal bier- en jeneverflessen tevoorschijn. In 2010 is de verbouwing voor het grootste deel gerealiseerd en verhuist de familie van nummer 10a, naar nummer 10.
Bron: Hejs Nejs nr. 9 - 2015