Woning aan de voormalige A-40 / Rijksweg 40 en tegenwoordig geheten Hoofdstraat 35; Het huis van de familie Coenen. Dit pand dateert uit het jaar 1926. De bouwkosten in die tijd waren ƒ 800,=. Eerder stond er op deze plek al een woning die echter in 1925/1926 afbrandde. De eerste bewoners van deze woning en ook de herbouwde woning waren de leden van de familie Lamers, namelijk Jan Lamers, alias “Weg Jan” en zijn echtgenote Grada Hop. Jan was de zoon van Theo Lamers en Aleida Janssen en werd geboren op 2 juli 1869 in het Duitse Duffelward. Grada was de dochter van Hendrikus Hop en van Gertruida Ariaans en werd geboren in Malden. Het echtpaar kreeg 9 kinderen, waaronder dochter Marie geboren in 1906 en Anna die werd geboren in 1907. Jan had in die tijd al een Rijksbetrekking en verdiende de kost als Kantonnier (iemand die belast is met het dagelijkse onderhoud van de wegen), voor een loon van zo’n ƒ 100,- (€45,-) per jaar. Grada en ook dochter Marie, gediplomeerd en cum laude geslaagd naaister, droegen hun steentje bij met werkzaamheden in het naai-atelier wat ook in de woning gevestigd was. Menig inwoner van Heijen pronkte in een kledingstuk van Grada of Marie. Grada overleed op 21 februari 1936. Op 8 april 1940, ten tijde van aanvang van de Tweede Wereldoorlog overleed ook echtgenoot Jan. Marie kocht op dat moment de overige broers en zussen uit en werd eigenaresse van het pand. Zus Anna bleef bij haar inwonen. Anna heeft het huis kort daarna gekocht van haar zus Marie. Anna was toen nog niet getrouwd, maar had eerder al Math Coenen, op 9 november 1910 geboren in Keylaer in Duitsland, leren kennen tijdens het schaatsen op “De Zeuve mense Siep” (De Zevenmorgen Siep). In 1941 besloot het stel te trouwen. In dat jaar werd een koestal bijgebouwd en na de oorlog ook nog een paardenstal en kippenhokken, waarmee het boerenbedrijf een feit was. Met regelmaat werd het paard van de familie Coenen op zondagen uitgeleend aan mevrouw Roovers van Kasteel Heijen voor jachtpartijen met vrienden. Tijdens de oorlog werd de woning flink beschoten. De voorgevel werd vanwege de beschadiging in zijn geheel gerestaureerd. In een van de zijmuren zijn de kogelgaten tot de renovatie 2018 zichtbaar geweest. In de oorlogsjaren werd zoon Jan geboren, zus Gerrie in 1946 en “nakomertje” Henk in 1952. Nadat de weg voor het huis verhard was en er fietspaden aangelegd waren leek het soms of de bromfietsen door de kamer reden, zo dicht lag het huis aan de weg. Zeker toen de wegdrukker werd vonden er jaarlijks vele ongelukken plaats, waarvan enkele zeer ernstig. Menig verkeersgewonde heeft bij de familie Coenen op de divan gelegen, wachtend op doktershulp of om te bekomen van de schrik, o.a. meester Vullings en Piet Erps. De grote boom voor het huis heeft de woning behoed voor een vrachtwagen die even de weg kwijt leek te zijn en anders de woning was binnengereden. Van isolatie had men in vroeger jaren nog niet gehoord. Als Math ’s morgens de kinderen riep om op te staan, stonden ook de buurkinderen Hermsen binnen de kortste keren naast hun bed. In hun kinderjaren hadden Jan en Henk eens in het jaar een schiettent aan huis. Ze maakten er een spel van om de kermisgangers, die van kroeg naar kroeg door de Hoofdstraat togen, vanuit het slaapkamerraam te beschieten met erwten. De behuizing, met name de keuken, was in die jaren niet echt groot. Een koe die verdwaald vanuit de stal de keuken inliep, moest via de voordeur naar buiten en van daaruit weer de stal in geloodst worden omdat keren in de keuken niet mogelijk bleek. Moe Coenen was de bazin van de kippenhokken In 1968 verliet zoon Jan de boerderij om verder te gaan boeren op De Brem. Math en Anna besloten het vanaf dat moment rustiger aan te doen en alleen nog de kippen te houden. Moe Coenen was de bazin van de kippenhokken en men verkocht deze gepoetst en genummerd aan huis. Met name voor de contacten was het dat Math, ook na Anna’s dood, in 1990, de kippen nog aanhield tot ongeveer zijn 85ste levensjaar. De 3 kinderen Coenen zijn na hun trouwen allen in hun vertrouwde dorp Heijen blijven wonen. In 2009, hij was inmiddels 99 jaar, besloot Math te verhuizen naar het bejaardenhuis Pantein in Gennep, waar hij op 103-jarige leeftijd is overleden. De woning aan de Hoofdstraat, een woning met een heel “eigen levensverhaal”, is sinds enige tijd overgegaan in handen van een nieuwe bewoner en heeft een stevig verfraaiing ondergaan waaraan de afbeelding van uit 2012 zéker geen recht doet.