Hoofdstraat 32
In vroeger tijden nog genoemd Rijksweg, sectie A 1019.
De bouw van deze villa startte in 1933, in opdracht van de gezusters Marie en Stien Boumans.
De woning werd opgeleverd in 1936. De bouwkosten voor dit pand bedroegen toentertijd rond de 4.500,=
gulden.
De woning werd getekend door architect George Rasker uit Boxmeer, die o.a. ook de hand had in de woningen
Hoofdstraat 20 en 22, beide ook in een eigen, karakteristieke stijl.
Marie, lerares aan de lagere school in Heijen van 1917 tot 1960, werd ook wel “Spoarse Juf” genoemd. Deze
bijnaam is erin gelegen dat de ouders van Stien en Marie woonden in de boerderij op “De Spooren”, aan de
Grens in Heijen. Het gezin Boumans telde daar, naast Marie en Stien, nog 10 kinderen. Daar het huis van Stien
en Marie dicht bij de lagere school aan de Kasteelstraat lag, gebeurde het weleens dat leerlingen die na moesten
blijven, bij Spoarse Juf thuis hun strafwerk “mochten” maken.
Op een gegeven moment constateerden Marie en Stien dat er boven in het huis ergens een lekkage was, maar
ze konden de oorzaak niet achterhalen. Regelmatig klopten ze bij buurman Fons Coenders aan om hun ergernis
te uiten. Fons opperde om het dak dan te laten repareren. In plaats van een reparatie lieten de gezusters het
gehele pannendak vervangen, kosten 8000,= gulden (ca. € 3.3600,-). Dat was bijna het dubbele van de
bouwkosten van de woning in 1936.
Bij het ophalen van het oud ijzer voor de Heijense Fanfare gooide Stien een matras achter van het balkon. Toen
het matras achter op de ijzerkar belandde, viel er een stukje van een vinger uit. Stien ontkende dat het van
haar was. Twee dagen heeft ze met haar hand in het zout water gezeten, voordat ze uiteindelijk toch maar naar
de dokter ging.
Chris Kerkhoff, die het goed kon vinden met de oudtantes, schoffelde vaak het onkruid onder de heg. Toen Chris
16 jaar was geworden, kreeg hij als beloning hiervoor een half flesje bier in het schoongespoelde gebittenglas.
Daarna werd hetdopje weer keurig netjes op het bierflesje gedaan tot de volgende week.
In 1981 verkochten Marie en Stien het huis aan Thei (De Smid) en Marie Kerkhoff-Coenders. Zij woonden in het
huis met de nog enige thuiswonende zoon Theo. Zoals veel huizen in vroeger tijden, beschikte de woning over
een zogenaamde kolenkelder.
Van buitenaf werd de kolenvoorraad hierin aangevuld. Inmiddels is deze kelder dichtgemaakt. Het huis heeft
vanaf het begin een centrale verwarming, voor die tijd zeer modern. De verwarming werd vroeger gestookt met
de kolen. Het geheel was een open systeem zonder verwarmingspomp. Boven op zolder stond een open bak
waarin de aanvoerleiding en retourleiding uitkwam. Deze bak moest regelmatig worden bijgevuld. De radiatoren
waren van gietijzer en loodzwaar. Eenmaal warm, had je er wel de hele dag plezier van.
Opvallend en zeer fraai aan de woning is dat het interieur nog vrij authentiek is. Enkele aanpassingen zijn
gedaan, zoals de 3 ramen op de overloop. Daarnaast is een glas in lood raam voor het raam in de zitkamer
geplaatst. In het huis bevindt zich nog steeds de suite, een combinatie van een voorkamer, de kamer aan de
straatkant, en een achterkamer, gescheiden door twee schuifdeuren. In beide kamers stond een geheel
identieke schouw, als het ware in spiegelbeeld. De familie Kerkhoff had op een bepaald moment een nieuwe
zitbank op het oog voor in de voorkamer. De bank paste echter alleen als de schouw in die kamer gesloopt
werd. Zo gezegd, zo gedaan, maar wel een mooie nieuwe bank in de voorkamer.
In 1991 verkochten Thei en Marie het pand aan Antoinette Linders en Maarten Verbaarschot, met zoontje
Ronnie . Het huis heeft onlangs nog een opknapbeurt gehad, waarbij de authentieke stijl in stand is gelaten.
Antoinette en zoon Ron wonen nog steeds in het huis.
Bron: Hejs Nejs nr. 4 - 2013