Hoofdstraat 1
In vroeger tijden nog A-168 geheten, kadastrale ligging indertijd sectie B 2057, nu F 3244. Dit pand is in 1928 gebouwd, door een zekere heer Rutten uit Nijmegen. Met uitzondering van het zoldergedeelte, is de woning al voorzien van spouwmuren. In de jaren dertig wordt het pand een aantal jaren verhuurd aan het echtpaar Jo Hendriks en Marie Derijck. Hun zoon Jan wordt er in 1935 geboren. Zij verhuizen in 1937 naar Helden. Nog geen jaar later, wordt de woning opnieuw verhuurd. Nu aan het echtpaar Louis Vinck, geboren op 29 maart 1914 in Heijen en Marie Welbers, geboren 29 mei 1911, eveneens in Heijen. Louis werkt bij “De Page” in Gennep. Ook neemt hij na verloop van tijd de werkzaamheden van zijn broer Gerrit, als “Warsman” over. Dit is iemand die voor boeren, tegen een vergoeding, het vee (voornamelijk koeien) in de weiden in de gaten houdt en voorziet van water. Het echtpaar krijgt negen kinderen. Oudste zoon Piet wordt in 1938 in de woning geboren, gevolgd door Toon, Jaap, Marietje (zus), Wim, Mientje, Hub, Riek en jongste dochter Loes die in 1951 aan de Hoofdstraat het levenslicht ziet. De woning bestaat in die tijd uit een kleine kelder en op de begane grond, twee grote kamers, een keuken en bijkeuken. Op de eerste verdieping bevinden zich twee grote en een kleinere slaapkamer. Daarnaast herbergt de woning ook een varkensstal, waar twee varkens worden gefokt, een voor de verkoop en een voor het eigen levensonderhoud. De familie bezit daarnaast een aantal kippen, geiten en konijnen. In de bijkeuken van de woning bevindt zich een zogenaamde “bruspot”, waarin op zondag alle beddengoed wordt uitgekookt. Maar ook het varkensvoer (piepers en mangelen) wordt erin gemengd en groenten en fruit uit eigen tuin worden erin ingemaakt. Het is een soort “manusje van alles”. Zoon Wim wordt, tijdens de oorlogsjaren, op 12 oktober 1944 in de kelder van de woning, op dat moment omgebouwd tot kraamkamer, geboren. Slechts twee dagen later moet de familie evacueren naar het Groningse Baflo. Deze zware tocht vraagt zoveel van moeder en kind, dat zij in Assen de reis moeten onderbreken. Beiden worden opgenomen in het ziekenhuis aldaar. Wanneer vader Louis zo’n 6 weken later zijn zoontje ophaalt in het ziekenhuis, krijgt hij in eerste instantie een Wim Vinck, met rood krulhaar in de armen gedrukt. Gelukkig is vader Louis alert en zegt dat niet dit jongetje, maar een klein ventje met een zwarte krullenbos zijn zoon Wim is. Het is zeer opmerkelijk, maar op dat moment blijken er twee baby’s in het ziekenhuis te liggen, met diezelfde naam. Vlak na de oorlog wonen tijdelijk 2 gezinnen in het huis. Op de bovenverdieping van het huis de familie Aengenent en beneden de familie Vinck. Met de groei van het gezin Vinck, (de vijf zonen slapen in de ene grote slaapkamer en de vier dochters in de andere), wordt midden jaren vijftig op de benedenverdieping, een van de twee grote huiskamers, ingericht tot nieuw slaapvertrek voor Louis en Marie. Boven zijn dan drie slaapkamers ter beschikking voor de negen kinderen. Beneden in de gang, onder de trap, is in die tijd al een toilet. Omdat er nog geen warm water en verwarming is, krijgen de kinderen in de wintermaanden, een in de oven verwarmde en in een doek gewikkelde baksteen mee naar boven om hun bed warm te houden. Begin jaren zestig wordt de waterpomp vervangen door een kraan met geiser. Tevens wordt in de bijkeuken een douche ingebouwd. Vanaf de bovenverdieping is er een deur naar het plat dak, waaronder keuken en bijkeuken zich bevinden. Dit plat dak heeft geen omheining. Vanwege het gevaar hiervan, wordt er rondom een muurtje van zo’n vijftig centimeter opgetrokken. Ook wordt in deze tijd een schuur bijgebouwd voor alle fietsen van het gezin. Deze dient tevens als werkplaats, waar Louis fietsen opknapt. In deze schuur bevindt zich ook een apart kolenhok voor de briketten. De kinderen gaan regelmatig op pad om “schöpkes” (dennenappels) te rapen, waarmee de kachel aangemaakt wordt. De oorlogsjaren komt de woning overigens redelijk ongeschonden door. Door een granaatinslag wordt een gat van ongeveer 1 meter doorsnee geslagen in de linker zijgevel van de woning. Een aantal kogelgaten en kleinere gaten van granaatscherven zijn nu nog te zien in de linker voorgevel van het huis. Nadat vader Louis, vanwege gezondheidsproblemen in 1985 wordt opgenomen in Huize Joachim en Anna in Nijmegen, verhuist moeder Marie naar de Hoefstraat. Louis overlijdt in mei 1986, Marie in december 1989. De woning wordt in 1985 verkocht aan de uit Eindhoven afkomstige Fons Smetsers. In 1986 brengt hij gipsplaten aan tegen de plafonds op de slaapkamers en wordt een betondek gestort op het plat dak van de bijkeuken. In 1989 verkoopt Fons het huis aan Gennepenaar Marc Hesen. Hij en zijn vriendin Daniëlle nemen het huis meteen flink onder handen. De varkensstal wordt gesloopt en het huis wordt als het ware gestript en daarna volledig opgeknapt. Er wordt gas, riolering en verwarming aangelegd. Dakgoten, kozijnen en elektra worden vervangen, zelfs het dak van de woning wordt voorzien van een nieuwe kap. Van de voormalige slaap- en huiskamer op de begane grond wordt één grote woonkamer gemaakt. Het toilet wordt van de gang verplaatst naar de bijkeuken, op de plaats waar zich eerder de douche bevond. Op het plat dak van de bijkeuken wordt een verdieping opgetrokken met ook pannen dak. Hier wordt een nieuwe badkamer gerealiseerd. Een grote garage/berging wordt in 1993 bijgebouwd. Enkele jaren na de bouw ontstaat in de garage, waar op dat moment drie Harley Davidson’s staan waaraan gesleuteld wordt, een flinke brand. Door kordaat optreden kan de garage gelukkig worden gered, maar twee van de drie motoren moeten het helaas ontgelden. In 1994 wordt dochter Dewi en in 1999 zoon Zino, geboren aan de Hoofdstraat 1. Na zo’n 13 jaar met veel plezier gewoond te hebben aan de Hoofdstraat, besluiten Marc en Daniëlle de woning in de verkoop te zetten en verhuizen zij naar ’t Hezeland in Heijen. Desiré Vinck, dochter van Toon en Nellie Vinck van de Heesweg, en kleindochter van Louis en Marie, komt er bij toeval achter dat het huis in de verkoop staat bij de makelaar. Desiré en haar vriend Bas van Drunen, geboren in St.-Michielsgestel, hebben een week daarvoor nog over de woning gesproken en ondernemen meteen actie. Zo’n 3 maanden later wordt de koop gesloten op, 6 september 2002. Op 20 december 2002 trekken Bas en Desiré in het huis. Hiermee komt het huis na zestien jaar weer in handen van de familie Vinck. Het jonge stel is trots in het huis te kunnen wonen waar ook Desiré’s vader Toon is geboren en opgegroeid. In 2009 wordt rechts van de woning, een flink stuk aangebouwd in dezelfde stijl en afmeting als het bestaande deel. Het huis wordt als het ware gedupliceerd. Op de begane grond komt er een grote kamer bij, de keuken wordt uitgebreid en op de bovenverdieping komen twee extra slaapkamers. Aan de aanbouw komt tevens een overkapping. De kelder in de woning is nog in oude stijl gebleven, zelfs eenzelfde plank waaronder de piepers werden bewaard, ligt er. Ook de granitovloer, de muurtegels in de gang en de binnendeuren boven en beneden, van het oude gedeelte, zijn allemaal origineel. De deuren van toilet en meterkast zijn de originele schuifdeuren van de woonkamer. Dit dus al bijna 90 jaar. De vroegere “bruspot” heeft een plekje gekregen in de tuin van de familie. Achter de woning loopt nog het grindpad wat vroeger vanuit de kern van het dorp, leidde naar het voormalige voetbalveld van VV-Heijen. Het pand heeft tegenwoordig een inhoud van 730 m3. Het oppervlak van het perceel is zo’n 1655m2. Desiré en Bas wonen in het huis met hun drie kinderen Floris, Maarten en Merel.
Bron: Hejs Nejs nr. 9 - 2014