Hezeland 5
In de uitgave Hèjs Nèjs van juni (2017) werd onze aandacht gevestigd op “het prikbord” met daarop een
vermelding over de woning van de familie Stoffele aan ‘t Hezeland 5. Voor ons aanleiding om het verhaal van het
pand eens uitgebreider te beschrijven. De kadastrale ligging van de woning is bij bouw Sectie A157, vervolgens
157, daarna 157A en vanaf 1962 Hezeland 3 en Hezeland 5.
De woning dateert van 1939 en wordt gebouwd door bouwbedrijf Kaak/Broenen (Harrie en Gerrit Kaak en Wim
Broenen). De eerste bewoners van Hezeland 5 zijn Hen Stoffele, geboren 13 november 1912 en zijn echtgenote
Everdina Wikkers, (veelal Tiel genoemd) geboren 15 oktober 1901. De grond waarop het pand wordt gebouwd
kopen Hen en Everdina van de familie Deenen (Thei Deenen senior). Zoals in veel woningen in die tijd, bevat het
pand een woongedeelte en een stalgedeelte waar kleinvee huist. Dit kleinvee bestaat bij de familie Stoffele uit een
varken, een geit en wat kippen.
Daarnaast verbouwt de familie op een stuk land bij de woning aardappelen en asperges. Hen weet naast zijn
drukke werkzaamheden ook tijd te maken voor zijn hobby, de moestuin en op latere leeftijd, het bespelen van zijn
accordeon.
Achter de voordeur van de woning bevindt zich de gang met rechts daarvan de “goeie” kamer en daarachter de
slaapkamer. Een douche heeft de familie in die tijd nog niet, gebruik wordt ook hier gemaakt van de teil voor de
uitgebreide wasbeurt. Links van de voordeur ligt de “gewone” huiskamer met daarachter de keuken, die via een
binnendeur leidt naar de stal en de toiletruimte en via een buitendeur naar de achtertuin. De provisiekelder is
vanuit de “gewone” kamer toegankelijk. De bovenverdieping, bereikbaar via een trap in de keuken, heeft aan de
linkerzijde twee slaapkamers. Vanuit de stal leidt eveneens een trap met luik naar een verder open zolder op de
bovenverdieping. In de “goeie” kamer staat ook de goede fiets van de familie geparkeerd onder een laken. Met de
andere fiets die de familie rijk is gaat Hen dagelijks naar z’n werk in ‘t Wald, aan de Duitse kant van ‘t Ven. Tijdens
strenge winters zit de familie knus bij elkaar in de “goeie” kamer. Deze ruimte is klein en daardoor snel warm te
stoken.
Hen en Tiel krijgen zes kinderen. Oudste zoon Frans wordt geboren in 1937, dochter Mientje in 1938 en zoon
Gerrit in 1939. Truusje, geboren 2 juli 1942 tijdens de oorlog, overlijdt slechts 6 maanden oud aan de gevolgen
van een inenting tegen pokken. Na de oorlog raakt Tiel nog tweemaal in verwachting, maar beide kindjes worden
dood geboren. In de oorlogsperiode van november 1944 tot mei 1945 moet de familie evacueren. Eerst van ‘t
Hezeland naar de Langehorst in Ottersum, waar een broer van Hen woont, daarna trekken beide families met kar
en paard verder via Kleef, Emmerich en Utrecht naar Uithoorn.
Mei 1945 gaan Hen en André, de 18-jarige zoon van de boer waar de familie in Uithoorn geëvacueerd is, op de
fiets naar Heijen om te kijken of de woning aan ‘t Hezeland de oorlog heeft getrotseerd. Tot hun grote opluchting
is dit inderdaad het geval. Hen en André fietsen terug naar Uithoorn om het goede nieuws te vertellen, waarna de
familie Stoffele met paard en wagen naar Heijen terugreist. De familie Dinnissen, de buren van Hen en Tiel,
vertoeft direct na de oorlog in huize Stoffele, omdat de eigen woning geheel onbewoonbaar was geworden door
het oorlogsgeweld. De woning van Stoffele raakt in de oorlog licht beschadigd met name het stalgedeelte aan de
linkerzijde, waar een aantal pannen het moest ontgelden. De niet beschadigde pannen van de stal waren al
gebruikt om een beschadigd woonhuis in Heijen te herstellen.
Wanneer de familie Stoffele na de evacuatie terugkeert naar hun huis vinden ze in de achtertuin, enkele meters
van de woning vijf kruizen. Op een paar kruizen hangt een Duitse helm, waarvan twee met gaas er omheen. Het
blijken de tijdelijke begraafplaatsen van vijf gesneuvelde Duitsers. Zij sneuvelden op 11 februari 1945 tijdens de
felle gevechten tegen de Britse 51ste Highland Division, die van Gennep richting Heijen trekt. De kinderen Stoffele
wordt later door een kennis wijs gemaakt dat het gaas om de twee helmen zat, omdat deze beide soldaten kippen
hadden. Vanwege het ontbreken van het pannendak op de stal raakt de houten vloer van de zolder door een zware
regenbui zodanig doordrenkt dat herstel niet meer mogelijk is. Medio 1947/1948 wordt de woning door de Bureau
Wederopbouw Boerderijen hersteld. De “graven” blijven tot april 1950 op ‘t Hezeland. Daarna worden de stoffelijke
overschotten opgegraven door de Nederlandse bergingsdienst en herbegraven op het Duitse Oorlogskerkhof in
Ysselsteyn bij Venray. Ze worden daar opnieuw naast elkaar begraven in vak AV. Van drie gesneuvelde soldaten
zijn de namen bekend, Böttcher, Finke en Furmanek. Twee namen blijven onbekend ondanks heridentificatie in
januari 1962.
Pal naast de woning ligt na de oorlog ook een grote hoeveelheid munitie, achtergelaten door Engelse militairen.
Deze wordt later door de Opruimingsdienst verwijderd. De naoorlogse tijd Na de oorlog gaat Hen aan de slag als
magazijnmeester bij bouwbedrijf & kolenhandel Geurts in Ottersum. In 1962 trouwt oudste zoon Frans met Bets
Koenen, dochter van Gert en Dora Koenen van De Heikamp. De woning wordt dan gesplitst in twee woningen,
nummer 3 en 5.
Frans en Bets nemen na eerst een flinke verbouwing hun intrek in huisnummer 5. Zo wordt de voormalige stal
omgebouwd tot keuken met bijkeuken. Toilet en douche worden gesitueerd links van de keuken. Op de plek van
de voormalige staldeur komt de voordeur van nummer 5. De woonkamer links van de voordeur wordt
doorgetrokken tot de achtertuin.
Hen en Tiel en de nog thuiswonende kinderen Mientje en Gerrit betrekken huisnummer 3. De slaapkamers van
Mientje en Gerrit bevinden zich op de bovenverdieping, die hoort bij nummer 5. De “goeie” kamer wordt uitgebreid
met een open keuken en achterbouw waarin een nieuw toilet en douche komen. De reeds aanwezige slaapkamer
op de begane grond blijft als zodanig in gebruik voor Hen en Tiel.
In respectievelijk 1963 en 1965 verlaten ook zoon Gerrit en dochter Mientje het ouderlijk huis. Gerrit trouwt met
Miet Koenen, eveneens dochter van Gert en Dora Koenen en zus van Bets. Zij gaan aan de Heesweg in Heijen
wonen. Mientje trouwt twee jaar later met Wiel Arts, zoon van Frans en Everdina Arts van de Hommersumseweg
en zij gaan in de Dr. Nolensstraat in Gennep wonen.
Rond de tachtiger jaren nemen Frans en Bets nummer 5 nog eens onderhanden en wordt op de zolder boven de
voormalige stal een badkamer gebouwd en wordt de doucheruimte beneden bij de keuken getrokken. Vanuit de
woonkamer leidt de trap naar de eerste verdieping, met dan drie slaapkamers. In de woonkamer blijft de vroegere
schouw behouden. Een dakraam wordt enkele jaren later zowel aan de voorkant als aan de achterkant
aangebracht. In 1974 wordt een vrijstaande garage bijgebouwd en in 1995 een tuinkamer en een berging
aangebouwd.
Zowel Hen en Tiel als Frans en Bets vieren hun 50-jarig huwelijk in de woning aan ‘t Hezeland. Tiel overlijdt op 15
december 1987 na een kort ziekbed in het Maasziekenhuis in Boxmeer. Hen overlijdt thuis, vijf jaar later op 26
januari 1992, aan leukemie. Nummer 3 wordt vanaf 1993 tot 2014 verhuurd. Eerste huurster is de Heijense
Marion Maas, die eind jaren negentig trouwt met Stanny Jansen waarna zij verhuizen naar Siebengewald. Martina
Kuijpers huurt vervolgens de woning tot zij in 2014 verhuist naar een koopwoning in Gennep. De beide woningen
worden in mei 2017 verkocht aan het jonge stel Marc Kamps uit Gennep en Nadia Rosina uit Cuijk.
Frans en Bets, verhuizen begin mei naar de Houtstraat 20 in Gennep waar ze een appartement betrekken.
Na een periode van bijna 80 jaar woont er nu geen Stoffele meer op ‘t Hezeland.
Bron: Hejs Nejs nr. 8 - 2017