Dionisiusstraat 11-13-15
Drie identieke woningen aan de Dionisiusstraat 11-13-15, indertijd genummerd 1, 3 en 5.   De drie huizen zijn gebouwd door de Heijense bouwcombinatie Peeters, Kaak en Broenen in opdracht van de gemeente Bergen en werden net na de oorlogsjaren (1947/1948) door woningbouwvereniging Cosmos & Damianus opgeleverd aan de eerste bewoners. De grond was tot dat moment eigendom van Piet Ullenbroek (Piew genaamd). De drie woningen werden door de gemeente gebouwd voor de arbeidersgroep, die in loondienst, danwel als kleine zelfstandige werkte. Het was de bedoeling dat de bewoners geheel in het eigen levensonderhoud konden voorzien en daarom bevatte de woning naast een woongedeelte, een hooizolder, een stal waar men enkele stuks vee kon houden en daarnaast een grote tuin om zelf groenten en fruit te kweken. De woning Dionisiusstraat 11 wordt in oktober 1947 verhuurt aan Sjef Seuren, geboren in 1893 in Afferden aan de Groene Streep en Mina Venbrux, geboren op de Belt in 1899. Het echtpaar woont tot die tijd, ivm het afbranden van hun eerdere huis tijdens de oorlog, in de Sacristie van de oude kerk. Zij gaan in het huis wonen met hun 4 zonen (de 3 dochters zijn dan al uit huis). Als 7-jarige verhuist jongste zoon Piet met zijn houten kruiwagentje een aantal van de voorraadbussen mee naar het nieuwe huis. Piet vertelt dat hij als kind eens zijn sokken op de enige warmtebron, de kachel in de keuken, legde om op te warmen. Een moment later begonnen ze al te schroeien. Warm stromend water was er in die tijd niet in de woning. Wel sierde een geheel koperen, door “Thei de Smid”, handgemaakte waterpomp de keuken. Sjef had, ten tijde van pastoor Rutten, al een bijbaantje als dodengraver. Piet mocht als jong kereltje zijn vader daarbij een handje helpen. Tegen Allerheiligen ging Sjef de huizen langs om te vragen wie voor zijn dierbaren een grote danwel kleine chrysant wilde bestellen voor op het kerkhof. De chrysanten werden ingekocht en tot het moment dat Sjef ze op de graven zette, bewaard in de Sacristie. Als het te hard vroor, stookte Sjef daar ’s nachts de kachel op, zodat de planten niet bevroren. In 1964 koopt Piet het huis van zijn ouders. In 1966 trekt zijn kersverse echtgenote Jo Kroon uit Gennep, geboren 25 april 1942, bij hem in. Ook de ouders van Piet blijven in het huis wonen. Dit is ook de reden dat de toenmalige voor- en achterkamer worden verbouwd tot woonkamer, slaapkamer en keuken, waar Sjef en Mina blijven wonen. De stal wordt verbouwd tot kamer en keuken, deze vormen het nieuwe woongedeelte voor Piet en Jo. Piet en Jo krijgen twee kinderen, Ruud (1967) en Jolanda (1971). Na het overlijden van Sjef in februari 1968 en Mina in augustus 1979, wordt eind jaren zeventig het huis weer verbouwd tot één ruime woning. Het pand Dionisiusstraat 13 wordt in 1947 opgeleverd aan Hein van Dijck, geboren 6 april 1911 in Heijen en Door Guelen, geboren 19 februari 1913 in Gennep. Hein en Door trouwen in 1938 en wonen de eerste jaren aan de Hoofdstraat in het huis van, toen Toon Lamers. Op 10 mei 1940 moeten ze vanwege de Duitse inval deze woning verlaten en trekken in bij de ouders van Door in Gennep, waar 3 dagen later, oudste zoon Jac wordt geboren. Hein verstopt eerst nog snel een aantal waardevolle spullen in de kelder van het huis en “stort” deze met hout dicht. Daarbij bezeert hij zich zodanig dat hij korte tijd later tijdens de evacuatie opgenomen moet worden in het ziekenhuis vanwege een flinke ontsteking aan zijn been. Deze infectie blijkt zijn gezondheid ernstig aan te tasten. Na de oorlog betrekt het gezin, alvorens in 1947 te verhuizen naar de nieuwe woning aan Dionisiusstraat 13, een noodwoning bij het vroegere voetbalveld in Heijen, waar dan ook de familie Broeks woont. Nog tijdens de oorlog (1942) wordt zoon Harrie geboren. Dochter Leny wordt september 1948 in het nieuwe huis geboren. Begin jaren zeventig worden de slaapkamer en woonkamer verbouwd tot grotere woonkamer en een gedeelte van de stal tot doucheruimte. Vanuit de stal leidt ook hier een ladder naar de hooizolder, die als opslag dient voor dennenappels en hout voor de kachel en de bruspot, een koperen stookketel voor de was, maar ook voor de zgn. slam. Dit kolengruis, gemengd met water en leem, wordt aan het einde van de avond over het kolenvuur gelegd, waardoor het vuur ’s nachts doorsmeult en er ’s morgens geen nieuw vuur aangemaakt hoeft te worden. Hein werkt in die jaren bij Philips in Eindhoven. Vanuit Heijen en omgeving rijdt dagelijks een volle bus met werknemers naar Eindhoven en terug. De familie heeft in die tijd een wekker van het HARK (HulpActieRodeKruis). Omdat de wekker de Zwitserse precisie mist, waardoor het alarm op nogal wisselende tijden afgaat, gebeurt het nogal eens dat de kinderen Van Dijck, ’s morgens vroeg naar de bushalte aan de Boxmeerseweg rennen, om de buschauffeur te vragen even te wachten omdat Hein wat verlaat is. Op de jonge leeftijd van 44 jaar overlijdt Hein in 1956, ten gevolge van zijn zwakke gezondheid, aan hartfalen. Door blijft dan met 3 jonge kinderen achter. Broers van Door komen na het overlijden van Hein enkele jaren helpen, de grote achtertuin om te spitten.Na een paar jaar besluiten ze, om van die zware klus af te zijn, het perceel helemaal te beplanten met kerstbomen. Jarenlang gaat zoon Jac, zo’n twee weken voor Kerst de huizen in Heijen langs om deze kerstbomen te verkopen. Jac trouwt in 1966 met Nelly Litjens uit Afferden en gaat in Heijen aan de Vogelkersstraat wonen. Zoon Harrie gaat enige jaren later in de Esdoornstraat wonen en dochter Leny trekt naar Gennep. Eind jaren zeventig leert Door, tijdens een bootreis Joop van Zandwijk uit Oudewater kennen. Na een periode van bijna 20 jaar samengeleefd te hebben in de Dionisiusstraat, overlijdt Joop in 1995. Door blijft nog in het huis wonen tot 1997 en verhuist dan naar het bejaardenhuis in Gennep. Ze overlijdt daar in 2002. Dionisiusstraat 13 wordt in 1997 verkocht aan René van Lent en Angelique Sopers die op 4 mei hun intrek nemen in de woning, met hun 2 jonge dochtertjes, Liza, drie en Marlou, één jaar. Diezelfde avond wordt de familie verrast door het langdurige luiden van de kerkklokken. Op dat moment er nog niet bij stilstaande dat dit is ter gelegenheid van de jaarlijkse Dodenherdenking. Het eerste jaar worden de dakspanten vervangen en het dak, dat tot dat moment als isolatie kartonplaten kende, begin jaren tachtig nog aangebracht door Joop, wordt opnieuw geïsoleerd. De kersenboom, waarvan veel inwoners van Heijen in de loop der jaren de kersen hebben gegeten, is zodanig groot geworden, dat deze moet worden neergehaald om verdere beschadiging aan het dak te voorkomen. In de grote achtertuin staan dan nog zo’n drie tot vierhonderd verschillende soorten bomen. Wanneer de familie enkele jaren later tekeningen opvraagt bij de gemeente in verband met het willen plaatsen van een schuurtje, geeft de gemeente terug dat dit er al staat. Het schuurtje is echter nergens “terug te vinden”. Waarschijnlijk is bij de gemeente een verkeerde kadasterkaart, die van nummer 11 of 15 gebruikt. Op die beide percelen is eerder wel een schuurtje geplaatst. Dionisiustraat 15, kadastrale ligging 2336, en in de eerste jaren onder nummer 5 bekend, kent als eerste eigenaar Gerrit Roelofs. In 1955 verhuist de familie naar de Randstad vanwege Gerrits werkzaamheden bij een vliegtuigmaatschappij. De gemeente verkoopt de woning aan Piet Linsen, geboren in Well op 19 november 1914 en zijn echtgenote Han Derks, geboren 28 april 1919 in Siebengewald. Piet en Han wonen vanaf 1948 al in de voormalige Kapelanij aan de Kasteelstraat. In deze Kapelanij worden hun kinderen Ger, Truus en Theo geboren. Jongste zoon Rinie wordt in november 1956 in de Dionisiusstraat 15 geboren. Piet en Han kopen de woning voor ƒl 12.000,=, waarvan ƒl 3000,= (resp. ca. € 5.450,- en ca. € 1.365,-) bekostigd vanuit een soort Marshallhulp. In datzelfde jaar wordt overigens ook de nieuwe parochiekerk, tegenover de woning, in gebruik genomen. De familie Linsen heeft in die tijd kippen en twee varkens, één varken voor eigen consumptie en één voor de verkoop. In de kelder onder de woning, worden de gepekelde stukken van het geslachte varken opgehangen en bewaard. De stal en het woongedeelte van het huis worden gescheiden door een dikke brandmuur. Piet en Han Linsen verbouwen de woning eind jaren zestig. De gescheiden voor- en achterkamer, worden één ruimte en het enige raam dat de achterkamer bevat, wordt dichtgemetseld. Oktober 1999 verhuist Piet naar het bejaardenhuis in Gennep, waar hij helaas 8 dagen later aan een hartaanval overlijdt. Piet en Han wonen dan al 6 jaren gescheiden, vanwege opname van Han in het Boxmeerse Madeleine. Zoon Rinie en Ans Tissen kopen het huis en trekken datzelfde jaar nog, met hun zonen Niek en Tijn, in de woning. In de loop der jaren wordt de varkensstal omgebouwd tot keuken en de hooizolder tot studio met daarnaast een badkamer. Ook wordt de bovenverdieping uitgebreid met een derde dakkapel. De woningen 11-13-15, bevinden zich op een van de laagste punten van Heijen. Dit hebben de bewoners gemerkt tijdens een flinke hoosbui enkele jaren geleden. De putdeksels sprongen spontaan omhoog en het water liep zelfs tot in de schuur van de familie Seuren. Ook liggen de woningen pal onder de oostzijde van de kerk. Van het luiden van de klokken hebben de bewoners van de drie woningen geen last. Het is eerder zo dat zij de klokken missen als ze een keer niet luiden.
Bron: Hejs Nejs nr. 3 - 2014